Ieder jaar rond 3 oktober viert heel Leiden uitbundig feest. Het alledaagse leven staat stil en de stad staat op z’n kop. De Leidenaren eten hutspot, haring en wittebrood en zingen tijdens de Reveille. Waarom? Dat ga je allemaal horen tijdens de Leidens Ontzet stadswandeling.
De Nederlanden zijn tussen 1568 en 1648 verwikkeld in een oorlog met Spanje. Leiden kiest in 1572 de kant van prins Willem van Oranje en zijn watergeuzen. De stad wordt (opnieuw) belegerd door de Spanjaarden die onder leiding staan van Valdez. Hij kiest er voor om de stad in te sluiten en haar bewoners uit te hongeren. Intussen naderen de Geuzen en zijn dijken in de polders doorgestoken.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1574 stort een deel van de Leidse stadsmuur in. De jonge Leidenaar Cornelis Joppensz. gaat op onderzoek uit en ontdekt dat de Spanjaarden weg zijn. Ze zijn bang geworden voor een uitval en het naderende water.
In de vroege ochtend van 3 oktober 1574 komen over de Vliet de Watergeuzen aan varen. De Spanjaarden zijn gevlucht, de strijd is gestreden, Leiden is ontzet! De Watergeuzen delen haring en wittebrood uit aan de hongerige Leidenaren. Dit wordt traditioneel nog altijd gegeten op 3 oktober.
Meteen vanaf het Ontzet in 1574 worden de verhalen en herinneringen aan Leidens Beleg en Leidens Ontzet levend gehouden. In het huidige Museum De Lakenhal is een collectie van voorwerpen die herinnerd aan deze tijd te zien.